Double Key Foundation Opent gesloten deuren

Een reis met een opmerkelijke wending.

Januari/februari 2018. Bezoek Ethiopië.

 

Voorbereiding

Bij de voorbereiding van deze reis kwam er een tijdschema van 4 weken uit de bus. Het eerste deel was daarbij concreet ingevuld. Het vervolg moest voor een deel nog ter plaatse gepland worden afhankelijk van beschikbaarheid van verschillende mensen.

Alles verliep naar wens totdat de reis begon. Door een heftige storm kon pas zeven uur later de vlucht naar Istanbul starten. Daardoor was er die dag geen aansluitende vlucht vanaf Istanbul naar Addis Abeba meer beschikbaar. Turkish Airlines heeft slechts eenmaal per dag een vlucht naar Addis. Daardoor liepen we een dag vertraging op en kon de eerste vergadering met Tariku, directeur van Ho-Me niet doorgaan. Door het oponthoud in Istanbul had ik wel gelegenheid een bijbelstudie over 1 Joh. 4 voor te bereiden.

Thuis was ik daar niet meer aan toegekomen. 1 Joh. 4 biedt goede aanknopingspunten om verschillen tussen valse geesten en de Geest van God duidelijk te maken. Diverse keren heb ik deze bijbelstudie kunnen gebruiken tijdens deze reis.

 

Bij aankomst

Toen ik weer in contact met Pim en Gerdine kwam bleek dat de verstandhouding tussen hen en Fayisa, de directeur van de Amanuel school, niet meer was als voorheen. Ook is bekend dat de Nederlandse sponsor gaat stoppen met doneren voor de school. Over het functioneren van de schooldirecteur zijn de laatste tijd ook vragen gerezen, zowel bij de school als ook bij de hulp die hij Pim gaf bij het verspreiden van bijbels.

Maar er bleken meer zaken te zijn die aandacht vroegen. Pim is namelijk aangezocht om een appelboomgaard en mestkuikenopfokbedrijf te gaan leiden in Debre Markos. Door deze baan erbij te accepteren kan hij voor voldoende inkomen zorgen voor zijn gezin en kunnen de inkomsten van Stichting Addis Alem uit Nederland volledig besteed worden aan het Social Centre. Groot voordeel is ook dat hij via dit bedrijf weer een nieuwe werkvergunning kan krijgen. Per medio dit jaar loopt namelijk zijn huidige vergunning af. Nu loopt zijn vergunning via de organisatie Fair and Sustainebel, maar dat kan niet meer voortgezet worden. Er kleefde ook nog al wat bezwaren aan. De kerkenwerk activiteiten kunnen dan onder een ministry vallen. Pim moet mij nog uitleggen wat dit precies in de Ethiopische situatie betekent.

Ook kan Gerdine de samenstelling en de distributie van zondagschoolmaterialen blijven verzorgen. Hiervoor heb ik een nieuwe toezegging voor twee jaar gedaan.

Aan de slag

De eerste zondag ben ik in Dukem in een lokale kerk voorgegaan. De dominee van deze gemeente bezocht trouw de trainingen die Pim organiseert en hij had er bij Pim al enkele malen om gevraagd of ik een keer voor wilde gaan.

Deze zondag heb ik na de dienst enige tijd bij Pim en Gerdine doorgebracht samen met enkele Nederlanders die in die omgeving werken.

 

De maandag daarna zijn we naar Adaba, meer in het zuiden van Ethiopië, gegaan. Twee dagen heb ik daar lesgegeven aan zo’n dertig predikanten en kerkleiders van de daar gevestigde protestantse kerkgenootschappen. Het was voor het eerst dat daar zo’n gemeenschappelijk samenkomen uit de diverse protestantse kerken is voorgekomen. Het waren goede dagen. Ook was er een goed contact met een senior predikant van de Full Gospel Church die toch wel wilde weten wat voor soort boodschap er gebracht werd.

 

Met de organiserende predikant hadden eveneens een goede geestelijke overeenstemming. Zelalem, de assistent van Pim, was mijn vertaler. Hem ga ik steeds meer waarderen. Hij heeft een gedegen bijbelkennis, begrijpt wat ik als boodschap wil overbrengen. Maar hij staat ook in de Ethiopische cultuur en weet daardoor zaken die ik aanreik, zo nodig, voor de luisteraars te verduidelijken.

 

 

Er was met de deelnemers een goede open communicatie waarin een verscheidenheid aan vragen de revue passeerde; vragen over bijbeluitleg, kinder- en volwassen doop, chiliasme en duizendjarig rijk. Aan dit laatste heb ik me niet diepgaand gewaagd daar de kennis mij daarvoor ontbreekt. Steeds heeft het Woord centraal gestaan in de bespreking. De organisatie van deze dagen lag helemaal in handen van Pim, Zelalem en één van de lokale predikanten. Dit was voor mij een bemoediging.

Nu was er parallel aan onze lesdagen ook een training van zondagschoolleiders, verzorgd door Pim en Zelalem samen. Deze training was op maandag, de dag van onze aankomst al begonnen. De vrouw van de senior pastor was daar aanwezig geweest. Ze had haar man een positief verslag van de eerste middag gegeven. Mede daardoor kwam hij de volgende dag naar de predikanten/kerkleiders bijeenkomst.

De eenvoud en verzorgdheid van de zondagschoolleiders, meest vrouwen, was opmerkelijk. Het materiaal wat werd toegelicht en na afloop uitgereikt, is in hoofdzaak door Gerdine samengesteld. Dit kreeg een goede ontvangst. Vandaar dat DKF dit werk voorlopig willen blijven steunen. Aan het einde van de bijeenkomst hebben drie dames een stukje les verzorgd op basis van deze materialen. We waren verwonderd hoe goed dat ging. We ontmoetten hier mensen die veel minder besmet waren met moderne invloeden zoals we die op veel andere plaatsen hebben gezien.

 

Het hotel/guesthouse waar we in Adaba verbleven is eigendom van een Amaric; het staat echter in het gebied van de Oromo’s. Tijdens onlusten enige tijd geleden zijn een groot deel van de ruiten door relschoppers ingeslagen. Dit was een grote strop voor de eigenaar. Toen wij er waren was het herstel van de ruiten begonnen.

 

 

Gembella

De lesdagen hadden veel van mijn energie gevraagd. Meer dan ik gewend was. Vervolgens zijn we teruggegaan naar Debre Zeyt en de volgende dag met het vliegtuig vertrokken naar Gembella. In Gembella werden we verwelkomt door pastor Simon, de leidinggevende predikant van de PCE Nuer church. Met hem hebben we het programma voor deze bezoekdagen doorgenomen.

Bij de kerk had men een uitgebreide welkomstceremonie voorbereid.

We begonnen met twee trainingsdagen in de grote PCE Nuer kerk waarmee we al vele jaren contact hebben. Hoewel we met het hoofdkantoor van de PCE en de PCE Anuak kerken in Gembella geen formeel contact meer hebben, is de relatie met de PCE Nuer Gembella kerken alleen maar steviger geworden. Het geven van deze trainingen was een vreugde. De onderwerpen voor deze dagen waren: offeren en tienden geven, kerkleiderschap en preek voorbereiding. Voor de

preekvoorbereiding had ik de geschiedenis van Kaïn en Abel als voorbeeld genomen. Waar vinden we in de bijbel meer over deze personen en hun handelen? Beide dagen ben ik met een meditatie begonnen; het begin van Ps. 25 en de volgende dag 1 Joh. 4.

 

 

 

Aan het einde van de eerste ochtend had ik toch wat Cola nodig om op de been te blijven. ’s Middags, na een poosje rusten, ging het gelukkig beter. De mensen zijn nog steeds dankbaar voor de kerk die we vanuit Nederland betaald hebben en het onderwijs wat ik daar door de jaren heen heb mogen geven. De PCE Nuer kerken groeien weer en er is weer vrede nu pastor Peter Thabor niet meer bij hen hoort. Hij heeft zich met enkele gemeenten afgescheiden met steun van het hoofdkantoor van de PCE in Addis. Hij is een corrupt persoon die daarvoor enkele malen in de gevangenis heeft gezeten. Hij kan het niet zetten dat pastor Simon de officieel gekozen kerkelijke leider van de PCE Nuer kerken in Gembella is. Op een morgen bij het ontbijt in het hotel stond hij onverwachts voor me. Nog steeds hoopte hij dat ik weer met geld voor “zijn” kerken over de brug zou komen. Ik heb toen een indringend gesprek met hem gehad. Daarna heb ik hem niet meer gezien.

Pastor Simon geeft op een rustige maar bewuste wijze leiding. Ook weet hij zaken goed voor te bereiden. Hij heeft een breed draagvlak binnen de PCE Nuer kerken in Gembella. Het aantal leden bedraagt nu ca. 60.000. Als één van de weinige kerken in Ethiopië houden zij zich aan de kinderdoop. Ze ouderhouden goede contacten met de Presbyterianen in Zuid Sudan. Tijdens de cursusdagen waren er ook enkele predikanten uit Zuid Sudan aanwezig. Zij leven op dit moment als vluchteling in Gembella. Eén vertelde dat het in zijn omgeving weer wat rustiger werd. Hij hoopte spoedig naar zijn gemeente terug te kunnen keren.

Ook sprak ik in het hotel een Amerikaans piloot die dagelijks deelneemt aan voedseldroppingen in Zuid Sudan. Vanaf Gembella airport droppen dagelijks drie vliegtuigen voedsel dat per vrachtauto naar Gembella wordt aangevoerd. Hij was van mening dat in grote delen van het land de situatie echt uitzichtloos is. Er is over en weer zoveel wreedheid bedreven. En dat gaat nog steeds door. De piloot herkende mij van een vorig bezoek. Jij bent hier toch voor ”church bussiness”, was zijn vraag.

Met pastor Simon en James, ook een oude bekende, hebben we gesproken over het oprichten van een PCE Nuer bijbelschool in Gembella. Als zij met een goed uitgewerkt realistisch voorstel komen sta ik er open voor steun te geven aan de opstart. Daarna moeten ze op eigen kracht verder kunnen. Dat moet ook uit hun voorstel blijken.

James is een tijdlang niet bij de PCE betrokken geweest vanwege het wangedrag van pastor Peter Thabor. Nu is hij weer terug en heeft de wens te kennen gegeven theologie te willen gaan studeren en de kerk te willen dienen. Hij heeft al een afgeronde universitaire opleiding en werkervaring op een hoog niveau. We hebben bij hem dezelfde opleiding geïntroduceerd die Pim is gaan volgen. Het contact tussen Pim en hem lijkt goed te klikken al was het nog maar een eerste ontmoeting tussen hen beiden. Ik heb toegezegd dat DKF bereid is deze opleiding te betalen. Betaling per semester naar Zuid Afrika kan niet vanuit Ethiopië maar moet vanuit Nederland gebeuren. In Ethiopië mag er geen geld zonder toestemming van de overheid het land uit.

 

’s Zondags mocht ik voor ruim duizend kerkgangers voorgaan. Ook dit was echt een vreugde om te doen. De “preek” ging over: drie boodschappen uit de hemel, de boodschap aan Maria: Gij zult een zoon baren, de boodschap aan Jozef: Wees niet bevreesd Marie uw vrouw tot u te nemen en als derde de boodschap aan de herders: U is heden geboren de Zaligmaker. Deze mensen mochten later in verwondering gezamenlijk rond de kribbe staan en hun Zaligmaker, mens geworden als een klein kindje, zien liggen in de kribbe en de vervulling zien van de hemelse boodschappen die zij ontvangen hadden.

Na de dienst mocht ik, als een persoonlijke zegen, als het waren naast hen staan en in het geloof het wonder aanschouwen van de Zoon van God, Die mens wilde worden, aan ons gelijk in alles, maar zonder zonden. Alleen in Hem ligt de zaligheid tot verzoening van onze zonden.

 

 

 

 

 

 

 

Pastor Simon en James hebben mij afwisselend vertaald tijdens de cursusdagen en tijdens de zondagse kerkdienst. Ook bij hen moesten we wel op de financiële afhandeling van de trainingsdagen letten. Pim, die inmiddels gearriveerd was, nam dit voor zijn rekening. Maar dat is nu eenmaal Ethiopië. Steeds hou ik me voor ogen; wij zijn niet beter.

 

Zondagmiddag ben ik samen met pastor Simon bij Martha, de predikantsweduwe van pastor David, op bezoek geweest. Dit was ook een afscheid. Martha lijkt in wat betere doen te zijn. Het laatste halfjaar had ze, zonder dat ik dat wist via Pim geen steun meer gekregen. Ze vroeg er ook niet meer om. We hebben besloten dat nu maar zo te laten. Al eerder heb ik met haar gesproken over hertrouwen nu ze ook drie kinderen van een andere man heeft. Nu is mij duidelijk geworden dat als zij hertrouwt al het bezit wat op naam van haar overleden man staat aan zijn familie vervalt en zij niets meer heeft. Ook sprak ik een broer van haar overleden man. Iemand die nu ook als vluchteling uit Zuid Sudan in Gembella verblijft. Hij vertelde dat vroeger pastor David al eerder getrouwd was met een vrouw uit Teheran en daar ook twee kinderen bij heeft. Al met al een interessant inkijkje in een cultuur die wij niet kennen en ook bijbels gezien niet kunnen goedkeuren. Wel ontdek je dat er veel meer aspecten aan zo’n zaak zitten dan je eerst oppervlakkig ziet.

 

 

 

 

Op maandag zijn we naar Njeng Yang vertrokken om daar enkele nieuwe kerkjes te bekijken waarvoor we vorig jaar geld gedoneerd hebben. Het was een lange afmattende reis over onverharde wegen.

 

.

We zaten met ons tweeën op een anderhalve stoel naast de chauffeur van een oude Landcreuser in een ongemakkelijke houding. Dit werd steeds pijnlijker naarmate de reis langer duurde. De bezoeken aan de diverse kerken werden door de mensen ter plaatse zeer op prijs gesteld. We kwamen niet voor niets. Er waren aangename ontmoetingen met oude bekenden waaronder de al eens eerder genoemde blinde ouderling.

Was aanvankelijk bij mij alleen bekend dat we Njeng Yang zouden bezoeken; toen we daar waren moesten ook nog naar Matchar. Dit zou een half uurtje rijden zijn. Het bleek vijf kwartier heen en vijf kwartier terug vanaf Njeng Yang te zijn over een nog slechtere weg dan vanaf Gembella City. Dit alles bij elkaar maakte de dag voor mij te zwaar.

Daar kwam bij dat mij gevraagd werd of ik vis lustte. Nu heb ik in het verleden in Gembella een keer van heerlijke verse gebraden vis genoten. Dat trok me dus wel. Het bleek deze keer echter iets van gekookte vis te zijn vol graten.

 

Na het eten ging ik mij steeds akeliger voelen tot het na enkele dagen overging in heftige buikkrampen en wat dies meer zij. (Nu ik dit schrijf is het enkele weken later en nu is bekend dat ik besmet ben met één van de vormen van de shigellabacterie, met alle gevolgen van zwakte en last van dien.) Toen ik het bezoek voor de volgende dag wilde afzeggen stuitte dit op zoveel bezwaar dat ik toch overstag ging om mee te gaan naar nog een kerkje wat we gesteund hadden. En, de mensen waardeerden het enorm dat we ook daar op bezoek kwamen bij hun nieuwe kerkgebouw. Ik heb ook daar weer een mediatief woord mogen spreken. Ik raakte steeds meer oververmoeid en begon me steeds zieker te voelen.

 

 

Woensdag zou ik een dag lesgeven aan kerkleiders van de Miracle Christ Church in Gembella. Pastor Omod geeft leiding aan deze kerk. Dit kerkgenootschap heeft slechts drie kerken. Hij kende mij nog uit de tijd dat hij de assistent was van Pastor Peter Agwa van de PCE Anuak Church. Toen ik hem vroeg waarom hij mij uitnodigde was zijn antwoord, vanwege de inhoud van je boodschap die ik vroeger bij de PCE church van je gehoord heb. Opmerkelijk; hij heeft niet om geld maar om bijbels gevraagd.

We hebben kunnen regelen dat er die dag meer dan 200 bijbels konden worden verstrekt voor een bescheiden eigen bijdrage van de ontvangers. Het lesgeven heb ik zittend nog ongeveer drie uur volgehouden. Toen waren mijn krachten echt op. De vertaler, die men ingehuurd had, bleek een man met een theologische opleiding te zijn, die met overgave en volledige instemming, de boodschap in het Anuak wist over te brengen. Een genot om met hem samen te werken.

De volgende dag zijn we teruggegaan naar Debre Zeyt. Eigenlijk zou ik in Addis blijven voor diverse afspraken maar daar voelde ik me niet meer toe in staat. Ook was er geen sprake meer van voorgaan in een lokale kerk. Onderdak vond ik eerst in een guesthouse wat me niet aanstond. Daarna bij

ESPBC, waar Hans Walhout leiding aan geeft. Daar was het prima vertoeven met het toilet kort bij.

Ik ontmoette er een jonge man met een van huis uit strenge dogmatische opvoeding die nu zoekende was. Met hem heb ik twee avonden diepgaande gesprekken mogen hebben. Moest/mocht ik daarom ziek worden om hem te ontmoeten?

Zondagmorgen voelde ik me goed genoeg om mee te gaan naar de IEC, afdeling Debre Zeyt. Hier gaan veel Nederlanders naar toe. Vroeger ben ik hier ook enkele malen voorgegaan. Toen was het nog een op zichzelf staande groep. Nu gaat er regelmatig een predikant voor van de IEC in Addis. Het was fijn hier nog een keer oude bekenden te ontmoeten. Deze ontmoetingen stonden in het teken van afscheid nemen. Het was me steeds duidelijker geworden dat dit mijn laatste bezoek aan Ethiopië zou zijn. Maar hierover later meer.

Maandag ben ik nog een poosje met Pim en Gerdine meegegaan naar het Social Centre van Addis Alem. We hebben diepgaander doorgesproken over de toekomstplannen van Pim en Gerdine. Ook hebben we de voortgang en afbouw van alle DKF projecten doorgenomen. Hiervan is een afzonderlijk verslag gemaakt en door Pim een financieel overzicht over de aangegane verplichtingen voor dit jaar en de daarna volgende jaren. ’s Middags was ik hard aan rust toe. Ik ging mij steeds zieker voelen. Toen heb ik de beslissing genomen om vrijdag al naar huis te gaan in plaats van de week erna, zoals gepland was. Er stonden nog drie belangrijke besprekingen op het programma.

De Amanuel school

De laatste woensdag zijn Fayisa en Pim bij mij geweest om over de Amanuel school te praten. De verstoorde relatie tussen Fayisa en Pim en Gerdine heb ik afgedaan met de opmerking dat, als vrienden elkaar een poosje niet willen aankijken, ze elkaar later toch weer gaan opzoeken. Anders was het geen echte vriendschap.

Vervolgens moest ik meedelen dat de Nederlandse donor gaat stoppen met doneren. Kort gezegd aan het einde van dit schoolseizoen moet duidelijk zijn hoe de school voortgezet wordt of gaat stoppen. Als de school stopt dan is de bijdrage die dan voor het volgende schoolseizoen nog is toegezegd hard nodig voor de afvloeiingsregeling van het personeel en hopelijk ook nog voor steun aan de allerarmste kinderen die dan naar een overheidsschool moeten of anders geen onderwijs meer krijgen. Dit was een zwaar moment maar paste wel in het beeld van stoppen in Ethiopië.

Fayisa gaat nu nadenken welke opties hij voor de school ziet; sluiten, betalende leerlingen, nieuwe donoren zoeken, overleg met hoofdkantoor van PCE om te kijken wat zij als mogelijke opties zien. Dit zou bij voorbeeld kunnen betekenen dat de school kerkgebouw van de PCE van pastor Solomon wordt of wordt verkocht en de opbrengst naar het hoofdkantoor gaat. Daar mist men al geruime tijd inkomsten.

Ho-Me

De laatste donderdag voor mijn vertrek zijn Dr. Minas, Tariku en de dame die het evangelisatiewerk in gevangenissen coördineert, bij mij op bezoek geweest. Ik heb hen verteld wat de afrondende donaties voor 2018 en 2019 zijn, daar de Nederlandse donor gaat stoppen. Toen ik vertelde dat dit mijn laatste bezoek aan Ethiopië was moesten ze wel even slikken. Ze presenteerden juist hun nieuwe plannen voor evangelisatie onder de Orthodoxen in het noorden en de goede contacten die ze daar nu hebben. Er worden nu in hun ogen bijbelgetrouwe, je zou zelfs kunnen zeggen, evangelicale priesters opgeleid. Ik voel dat ik ouder word en daar heb ik het verder bij gelaten. Het werd dus afscheid nemen. Toen meenden ze de loftrompet te moeten blazen over wat ik heb betekent voor Ho-Me en voor de kerken in Ethiopië. Ik heb gevraagd of ze me zich willen herinneren als een beetje leem in de Handen van de Grote Pottenbakker en meer niet.

Fitel

Fitel is een arm gebied ten noord westen van Addis. In juni 2017 hebben we daar samen met Sanka, de voormalige projectmanager van de PCE, een bezoek gebracht. We werden daar gegrepen door de armoede en de gevolgen die dat had voor de protestantse kerken daar. Sanka werkte daar voor World Vision. Ook tijdens deze reis zouden we daar weer een bezoek gaan brengen. Daar is niet meer van gekomen.

Voortzetting van het werk

Al geruime tijd is er een nauwe samenwerking tussen DKF en Pim Marijs. Ik heb Pim en Gerdine, zijn vrouw, leren kennen als mensen met een sterke roeping voor Ethiopië. Zij wonen er inmiddels 6 jaar. In deze jaren hebben ze de Ethiopische samenleving grondig leren kennen. Ondanks alle moeite die dat voor hen meebracht zijn zij standvastig om in Ethiopië te blijven omdat ze zich daartoe geroepen voelen. Over en weer mogen we weten hoe we op elkaars weg zijn gekomen. Ook hoe op cruciale momenten ik hen in Ethiopië mocht ontmoeten en tot steun mocht zijn.

Ook is er een hartelijke begeerte bij Pim, al vanaf zijn jeugdjaren, om in Gods Koninkrijk te mogen dienen. In de achterliggende tijd heeft dit er toe geleid dat hij gestart is met een driejarige bachelor opleiding theologie. De kosten hiervan en een vergoeding voor de studie uren, om zijn gezin te kunnen onderhouden worden door DKF gedragen. Hij studeert via afstandsonderwijs aan een seminarie in Zuid Afrika. Ook van externe zijde hebben we daar goede informatie over gekregen.

Waar ik vroeger via Ethiopische kerken werkte en zij de reisprogramma’s maakten is dat steeds meer in handen van Pim komen te liggen. Waar ik voorheen een contract had met Bible League lopen die contacten nu al geruime tijd via Pim. Hij heeft inmiddels een uitgebreid netwerk met lokale kerken voor het distribueren van bijbels en evangelisatiemateriaal en het organiseren van trainingsdagen. Veel van dat werk kan hij aan Zelalem, zijn Ethiopische assistent, overlaten en daarmee tegen veel lagere kosten werken. Alle verstrekte materialen worden keuring door Zelalem geadministreerd.

Indien nodig worden vragers om materiaal uitgesloten als blijkt dat ze zich niet aan de regels houden.

 

Het organiseren van cursusdagen voor kerkenwerkers loopt nu beter als voor heen toen dat vanuit de kerkgenootschappen moest gebeuren. Het geven van les aan zondagschoolleiders voorziet in een behoefte.

Inmiddels zijn de Heidelbergse catechismus, en de kleine catechismus van Westminster in diverse talen gedrukt. Zonder Pim zijn inzet was dit niet gebeurd.

 

 

 

Ook heeft de ervaren zendingsman Aris de Pater, schoonvader van Pim, les gegeven tijden een aantal cursusdagen. Dit is prima verlopen.

Als de PCE Nuer kerk in Gembella met een goed voorstel komt voor het opstarten van een bijbelschool in Gembella dan zou ik dat nog graag steunen, zo mogelijk met steun van één of enkele Nederlandse donoren. Met Pim zijn afspraken gemaakt hoe in dit en de komende jaren de projecten die nog lopen worden voortgezet en/of afgerond.

Rest nog

Vrijdagmiddag hebben we Senait, de pleegdochter van Netsereab, ontmoet. Via Pim/Sanka blijven wij haar voorlopig nog steunen. Ze is nu met een opleiding voor kapster bezig. De kosten van deze opleiding hebben we voor haar betaald. Ook betalen we een opleiding Engels voor haar. Door devaluatie van de Ethiopische Birr konden we haar meer birren beloven dan tot nog toe.

 

De kansen dat ze naar Nederland kan komen zijn erg klein. Wat voor toekomst heeft zo’n meisje? Dat grijpt me aan. Dagelijks leest ze uit haar bijbel. Zelalem, van beroep maatschappelijk werker, heeft haar toegezegd dat ze altijd een beroep op hem mag doen. Hij was bij ons om te kunnen vertalen. Hoe hij zo’n contact oppakt heeft mijn bewondering.

Daar ik nog graag een poosje wilde slapen voordat ik naar de luchthaven ging had ik een kamer in Top Ten hotel gereserveerd. Daar had Tariku echter afgesproken dat zodra ik daar arriveerde hij een telefoontje van Top Ten zou krijgen. Bij binnenkomst in het hotel werd mij dat meegedeeld. Dus toch nog niet naar bed. Vervolgens arriveerde Tariku met drie van zijn coördinatoren. Alle drie mensen waarmee ik al vaker contact gehad. Ze kwamen afscheid nemen. Eén vertelde dat ze hele dag had gebeden voor mijn genezing en of ik nog langer de kerken in Ethiopië kon blijven dienen. Ik heb haar gevraagd hier niet meer voor te bidden en het in Gods Hand over te geven wat Hij goed vindt. Vervolgens kreeg ik een cadeautje voor Henk van der Zwan en voor mij. Daarmee kwam deze laatste reis tot een einde en mocht ik naar huis terugkeren en daar zaterdag behouden aankomen.

Nieuwerbrug, 19 februari 2018

Klaas de Wit